Zaalhockey: Aanvullende instructie met onmiddellijke ingang
25-1
In de hockeymedia is de afgelopen
dagen gediscussieerd over de handblessures die meerdere spelers hebben opgelopen
dit seizoen. Elk geval is pijnlijk en vervelend en
waar wij dit kunnen helpen te voorkomen door strikte arbitrage, moeten wij dit
doen. Helder voor ons is dat de arbitrage
pas de derde partij is die dit kan voorkomen.
Eerst komt de aanvaller, die op moet
houden met het gevaarlijk (en vaak ook opzettelijk) hard inspelen van de bal
richting de stickhand van een tegenstander. Dan de verdediger, die zelf ook een
taak heeft om zich te beschermen. Maar ook de arbitrage heeft een rol. Duidelijkheid over wat wel en wat niet
wordt toegestaan én strikte en strenge bestraffing van het ontoelaatbare, zal
zeker helpen.
In de briefing staat over dit 'door de
man heen spelen' onder andere:
-
.....een harde pass van dichtbij (minder dan 3 meter)
die bewust door een tegenstander heen wordt gespeeld die zijn stick al op de
grond heeft is verboden en moet worden afgefloten. […] Belangrijk is hier te
begrijpen wat de intentie van de speler is. Criteria zijn dus: gevaar, opzet en
de afstand tot de tegenstander.
[….]
Wordt aan bovengenoemde criteria niet voldaan is er geen sprake van een
overtreding; dus niet elke bal richting een lage stick affluiten, alleen
de bewuste harde bal van dichtbij.
Nu blijkt dat de opmerkingen 'minder
dan 3 meter' en ‘stick aan de grond' kennelijk aan spelers de vrijbrief geven om
vrij te schieten richting spelers die net buiten die grens met hun stick laag
zitten of hun stick net enkele centimeters boven de grond houden. En
scheidsrechters laten dit toe, ook al zien ze het gevaar en de kennelijke opzet,
omdat de gevaarlijke bal formeel niet aan alle criteria voldoet. Deze beide
attitudes (dus eerst de actie van de aanvaller en dan de acceptatie van de
scheidsrechter) kunnen leiden tot gevaar en tot blessures.
Daarom geven wij de aangepaste
instructie aan de scheidsrechters om het gevaar te beteugelen:
· Het criterium ‘van dichtbij' wijzigt
niet, maar de uitleg ‘minder dan 3 meter' dient ruimer te worden opgevat. Indien
een bal gevaarlijk is omdat deze hard richting een laag zittende tegenstander
wordt gespeeld moet deze ook worden afgefloten wanneer de tegenstander vanwege
de geringe afstand (tot maximaal 6 meter) geen reactietijd
heeft.
· Het criterium ‘stick al aan de grond'
geldt voor een speler die al laag zit en zijn stick al laag heeft. Ook al is er
een paar centimeter ruimte tussen de hand en de vloer.
Deze aanvullende instructie is
gezamenlijk opgesteld door de Commissie ABB-HOK en de Commissie Spelregels en
geldt met onmiddellijke ingang.